Licht in het kwadraat

In de afgelopen drie á vier maanden dat ik bezig ben met het ontwikkelen van film heb onder andere het volgende geleerd: je negatieven moeten, uitgaande van zwart-wit, mooi grijswaarden hebben, van licht tot wat donkerder. Een goede balans zeg maar. Helemaal zwart wil je niet want dat is overbelicht en helemaal doorzichtig wil je niet want dat is onderbelicht. In beide gevallen betekent dat minder informatie om in te kunnen scannen. Ik heb vooralsnog vooral ervaring met te transparante negatieven door onderbelichting of door een foutief ontwikkelproces. Daar valt vaak alsnog wel iets van informatie uit te halen, maar wat je dan overhoudt zijn niet al te beste foto’s.

We gaan nu terug naar 6 april. Op het werk moest ik wat portretfoto’s maken van de diverse teamleiders. Dat deed ik digitaal maar van wie het wilde maakte ik ook een analoge foto. Ik had daarvoor mijn Hi-Matic 7S bij met daarin een rolletje Kentmere 100. Dat rolletje had ik specifiek gekocht om portretfotografie een keer uit te testen, met de gedachte dat ISO 100-film een fijnere korrel heeft en dus meer detail vast kan leggen. Tijdens het fotograferen lag de focus meer bij het digitale gedeelte en stelde ik de 7S min of meer blind in afgaande op de Exposure Value van de lichtmeter. Toen ik iedereen gehad had besefte ik pas dat ik een hele grote fout had gemaakt.

Foutieve lichtmeter

Die 6 april was het een heerlijke dag en we stonden buiten vol in de zon. Mijn Sony A7ii was ingesteld op ISO 100, 1/640 en de lens had een diafragma van f/3.5 (of 5.6 zelfs). Mijn Minolta… ISO 100, 1/125 of 1/250 met een diafragma van f/1.8. Da’s een volle 4 tot 5 stops meer qua belichting dan nodig was, en dat is veel. Heel veel. Zwaar overbelicht dus. De batterij was bijna leeg dus de lichtmeter klopte totaal niet. Dat deed wel even pijn. Maar, positieve benadering. Van de nood een deugd maken. Hoe? Alle foto’s op het rolletje 4 tot 5 stops overbelichten. Nou had ik al een paar keer gelezen dat je zwart-wit film over het algemeen best ver kunt pushen én film in het algemeen wil je het liefste wat overbelichten, dus dat verzachte de pijn wel wat. Maar toch, 4 tot 5 stops is echt heel veel.

De dagen daarna het rolletje volgeschoten met random kiekjes en vol spanning ontwikkeld met Rodinal 1:50. Rodinal staat erom bekend dat het meer scherpte toevoegt aan de foto met als keerzijde dat je wat meer korrel krijgt. Kentmere 100 is echter een film met een fijne korrel en ik had me laten vertellen dat fijne korrel + rodinal een prima combi is. En toen zag ik de negatieven na het ontwikkelen.

Holy. Shit.

Ik zag wel dat ze niet helemaal zwart waren, maar de tandjes zeg. Negatieven mogen best ‘dense‘ zijn; een hoge dichtheid hebben. Deze negatieven waren echter de dichtheid zelve. Volgens de lieve mensen op Reddit was er niks aan de hand en zouden de foto’s gewoon prima zijn, maar ik had serieus mijn bedenkingen.

Er zit heel veel rek in film

Tijdens het scannen viel me eigenlijk al direct op hoeveel informatie er nog zichtbaar was, ondanks de flinke overbelichting. Wel was er aanzienlijk meer korrel aanwezig dan je zou verwachten van Kentmere 100, ondanks dat het ontwikkeld was in Rodinal 1:50. Het zijn ook vooral de overbelichte foto’s die veel korrel bevatten, dus waarschijnlijk zat de film behoorlijk tegen z’n limiet aan. Wel de moeite om het een keer uit te testen. Kijken wat voor impact overbelichting heeft op de aanwezigheid van korrel.


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *